Het intensiveren van leren door inzet van media, geïntegreerd in het onderwijsontwerp van lagere tot hogere orde learning goals

Het intensiveren van leren door inzet van media, geïntegreerd in het onderwijsontwerp van lagere tot hogere orde learning goals

Media kan ingezet worden om het onderwijs te intensiveren. Lagere orde learning goals zoals “Remembering and (better) understanding” kunnen door studenten prima buiten contacttijd tijdens college worden geleerd (Sealfon, C.D. 2012)...

Wanneer docenten zogenaamde kennisclips inzetten om deze lagere orde learning goals op gewenst kennisniveau te brengen voorafgaand aan de colleges, dan kan er dieper leren worden bereikt tijdens contacttijd. Voor de hogere orde learning goals, gerangschikt van applying/analyzing tm creating/evaluating, is meer context nodig. Dus ook meer begeleiding van de docent.

Framework REC:all media integration in courses, from lower to higher order learning goals www.rec-all.info

Dit framework overlapt met het model van Reinmann-Rotmeier, dat in een later stadium is bewerkt door Jos Fransen van de Hogeschool Inholland. Dit betreft namelijk het vraagstuk hoe wij media in kunnen zetten om studenten zich kunnen te laten (door)ontwikkelen tot “more independent learners”, (zie afbeelding hieronder).

Waarbij de drie niveau’s aan de linkerzijde gerelateerd zijn aan de diverse vormen van media, gerangschikt van lagere naar hogere orde learning goals op de Y-as in relatie tot de positie van de lerende, en de functies van nieuwe media op de X-as.

Bijgewerkt model door Jos Fransen (InHolland) op basis van framework Reinmann-Rotmeier

Wanneer wij de twee modellen over elkaar heen leggen, dan resulteert dit in onderstaande afbeelding.

Als wij hierop ingaan betekent dit concreet voor vormgeving van onderwijsontwerp, dat:

  1. studenten lagere orde learning goals kunnen leren via (een combinatie van) literatuur, animaties en kennisclips, danwel broadcasted materials of content dat beschikbaar is voor hergebruik uit omgevingen zoals Youtube, iTunes U, etc. Dat instructieclips vooral ingezet kunnen worden om lagere orde skills te trainen.
  2. dat studenten de stof beter in de vingers krijgen, wanneer er opdrachten toegekend worden aan kennis- of instructieclips. Zoals het beantwoorden van bepaalde vraagstukken, met elkaar discussiëren over bepaalde topics, etc.
  3. studenten de hoogste vorm van leren bereiken wanneer zij daar zelf nieuwe materialen over moeten produceren, zoals de creatie van een kennis- of instructieclip, danwel een korte toelichting op geschreven essay, of het verzorgen van een presentatie voor mede-studenten. Maar ook het geven van feedback op (tussen)resultaten, is een vorm om inzicht in hogere orde learning goals te vergroten, evenals het geven van peer-feedback voor studenten. Leren van uit een ander perspectief is hier dan mogelijk.

De aanbeveling voor het intensiveren van onderwijs is als volgt:

Remembering/Understanding and learning from information via distribution of content

  • wanneer verondersteld wordt dat studenten hun basiskennis van de stof op een hoger kennisniveau moeten brengen, kan er gebruik gemaakt worden van kennisclips. Hetzij zelf geproduceerd vanachter de computer, in samenwerking met het avc of door hergebruik van clips die online beschikbaar zijn. Gevolg hiervan is dat er in contacttijd dieper op de materie ingegaan kan worden.
  • wanneer studenten bepaalde skills moeten ontwikkelen kan men zogenaamde screencasts maken (het registreren van handelingen op de computer plus audiotoelichting van de docent). Maar ook ten behoeve van het geven en ontvangen van feedback.

Applying/Analyzing and learning from feedback and interacting

  • wanneer docenten willen dat uitstelgedrag van hun studenten wordt teruggedrongen, dan kunnen kennis en instructieclips worden verrijkt met opdrachten, die binnen een bepaalde periode gemaakt moeten worden. Doordat studenten meer interacteren met de stof of met elkaar, wordt een diepere vorm van leren bereikt, en mag men verwachten dat dit een positief effect heeft op het leerresultaat. Anderszijds heeft de docent in een vroeger stadium zicht op (gebrek aan) kennis, en kan selectiever met tijd en energie omgaan. Wat begrijpen ze wel, en waar moet ik meer tijd aan besteden, danwel welke andere vormen kan ik inzetten om het toegankelijk te maken?
  •  wanneer docenten tijdens contacttijd in hun colleges meer interactie willen inbouwen, kan er bijvoorbeeld gewerkt worden met een tool zoals die van Presentain, waarbij de studenten de mogelijkheid hebben om in discussie te gaan met de docent, of vragen te stellen (vooral voor studenten die hier in het bijzijn van medestudenten moeite mee hebben, is dit een uitkomst, maar ook om interactie op te bouwen voor een grote groep studenten > 100). Voor een presentatie over deze tool, click op deze url.
  • om feedback te geven op tussenresultaten van studenten kan een interactief live webinar worden georganiseerd. Door tijdige feedback te geven, mag men verwachten dat studenten in staat zijn om de kwaliteit van bijvoorbeeld essays op een hoger niveau te brengen aan het einde van course.

Creating/evaluating from different perspectives and collaboration

  • studenten zijn prima in staat om zelf korte clips te produceren via hun mobile devices, of een simpele camera. Op deze manier leren zij hun kennis over te brengen op anderen. Bijkomend voordeel is dat zij beter gaan leren presenteren, omdat zij geconfronteerd worden met het vraagstuk hoe een verhaal in een kort tijdsbestek over te brengen.
  • docenten kunnen feedback geven op eindresultaten of ingaan op de laatste vragen voor het tentamen via een interactive live webinar.

Algemene tips:

  • experts in het veld kunnen zeker van toegevoegde waarde zijn om hun kennis over te brengen in een kennisclip, of als expert of afstand tijdens het college of interactief live webinar. Dit is voor studenten een stimulerende factor. Discussiepunten/opdrachten tijdens het interactieve live webinar kunnen worden ingevoerd in de leeromgeving of worden uitgewisseld via omgevingen als Twitter. Aan te bevelen is een moderator die vragen verzameld en op gezette momenten voorgelegd aan de docent/expert, zodat deze persoon zich op de inhoud kan concentreren.
  • vragen aan de expert of aan de docent, kunnen ook via een zogenaamde ranking, beantwoord worden. De vragen met de meeste “stars” behoren tot de hot topics, en waarvan men uit mag gaan dat deze voor een grotere groep studenten interessant is.
  • het stimuleren van discussies tijdens college is mogelijk door inzet van stellingen, vragen maar ook tools als Presentain. Daarnaast werken bepaalde filmfragmenten/videocasussen ook prima om discussies op gang te brengen.
  • Wanneer studenten zelf clipjes moeten maken, denk er dan aan om duidelijk te maken wat het doel hiervan is, en zorg ervoor dat er een instructiefilmpje beschikbaar is over hoe je je verhaal kunt opbouwen (zelf produceren, danwel hergebruiken van het net). Ook de afscherming van de clips binnen de leeromgeving is een vereiste. Dit is mogelijk binnen de omgeving van Kaltura, welke de VU via BlackBoard toegankelijk heeft gemaakt.
  • clips kunnen verder nog worden verrijkt met andere materialen, op een zogenaamd “greenscreen” dat zichtbaar is achter de docent. Hierop worden afbeeldingen dan wel bewegende beelden toegevoegd in de montage.


video interview met dr. Ivo Blom van de faculteit Letteren

  • voor alle vormen van bovengenoemde media is het aan te raden een script te hebben waarin de rode lijn van de stof is uitgewerkt. Hoe bouw ik mijn verhaal op?
  • wil een docent zelf clips produceren, dan moet hij/zij ervan uitgaan dat er 1 uur nodig is voor het maken van een kennis of instructieclip van max 10 mintuen, op mijn eigen computer, mits het onderwijsverhaal al in een script is uitgewerkt. Anders komt er ongeveer 6-8 uur bij voor het uitwerken van een script.
  • kennis- en instructieclips zijn over het algemeen vaker in te zetten, dus enige jaren, tenzij de inhoud dynamisch is van karakter.
  • kennisclips kunnen ook worden ingezet als PR-middel, om de opleiding te promoten. Aangeraden wordt om dan professionele AV-mensen te betrekken bij de productie en opname.
  • er is al veel (hoogwaardige) content beschikbaar op het net. Naast Youtube, is er veel content te vinden op iTunes U, de omgeving waar HO-instellingen op wereldwijde schaal hun content openbaar toegankelijk hebben gemaakt. Maar ook in omgevingen als academicearth.org en http://videolectures.net/
  • studenten zijn er zeer bij gebaat als in de start van de course uiteen wordt gezet wat de planning is, dus op welke momenten moeten zij bepaalde leerdoelen bereikt hebben, en wat zijn voorbeelden voor het halen van een goed cijfer. Met andere woorden: welke eisen worden gesteld aan een product om voldoende van kwaliteit te zijn om voor een goed cijfer in aanmerking te komen. Welke momenten van interactie zijn geïntegreerd en met welke reden, etc.
  • door media te combineren met o.a. literatuur worden verschillende voorkeuren voor leren/leerstijlen aangesproken/bediend.

 Samengevat: Een aantal vragen die een docent voor zichzelf kan stellen:

  • wil ik de voorkennis opschroeven?
  • wil ik meer interactie tijdens mijn colleges opbouwen?
  • Wil ik het niveau van de benodigde skills opschroeven?
  • Wil ik op een eerder moment feedback geven op tussenresultaten?
  • Wil ik een expert of afstand inschakelen, of als PR-middel inzetten tijdens mijn clips?
  • Wil ik dat studenten hun essays gaan verrijken met een clip, of dat zij materiaal opzoeken op het web, en onderbouwen waarom dit geschikt is?
  • Wil ik de beroepspraktijk beter over het voetlicht brengen?
  • Wil ik uitstelgedrag voorkomen?
  • Wil ik dat studenten leren om feedback te geven en te ontvangen?